V

Het is volop voorjaar. Overal tjilpt en fluit het. Aan de walkant van de tochtsloot nestelen eenden. Bette heeft de jongens bezworen erbij uit de buurt te blijven. De sloot is erg diep. Ze moeten ook de eksternesten met rust laten.
‘Wanneer je uit de boom valt, pak ik je niet op,’ dreigt ze. De jongetjes knikken van ja. Maar ze kent haar belhamels, ze roepen: ‘Ja, moe!’ en wanneer je even niet kijkt, doen ze van, nee moe.
Marinus heeft ze een best pak op de broek beloofd als niet naar hun moe luisteren.

Bette heeft een dagtaak aan het verzamelen van kruiden. Ze bindt ze aan bosjes die ze te drogen hangt. Ze maakt een paar flessen vlierbloesemlimonade.
Marinus vindt een nest van een kwartel en komt met een pet vol eieren thuis. Bette kookt de eieren en dan komen ze in een Keulse pot waarna ze worden overgoten met azijn.

Ondertussen wordt de grote schoonmaak gedaan. Het bedstro wordt ververst en de muren van de bedsteden gewit. Trijnie en Jantien helpen flink mee. Tot hun schrik ontdekken ze een muizennest in het stro van hun bedstee.
‘Maar goed dat er nieuw stro in komt,’ meent Jantien, ‘stel je voor anders zaten we de volgende winter met een hele muizenfamilie in bed.’
‘Och, die beestjes doen geen mens kwaad,’ meent Marinus.
‘Va, toch. Het is toch vies.’ De meisjes griezelen ervan.

Tussendoor zit Bette buiten achter de naaimachine. Verbazend hoe die kinderen weer gegroeid zijn. Oude jurkjes van de grote meisjes veranderen in nieuwe voor de kleintjes.
‘Moe kan toveren,’ meent Trijnie. Zij is ook al heel handig met naald en draad. Ze zoomt de jurkjes en voorziet de hemdjes en onderbroekjes van een gehaakt kantje.
Jantien prutst van de overgebleven lapjes speeltjes voor de kleinsten.

Graeg vernemen we jow reaksie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.