Er zijn docenten en psychologen die waarschuwen dat de jeugd van vandaag, die is opgegroeid met technologie, AI en sociale media, mogelijk basisvaardigheden aan het verliezen is.
We hebben al gezien dat leraren en ouders zeggen dat de Alfa-generatie, die opgroeit omringd door technologie en kunstmatige intelligentie, door hun manier van communiceren wordt beïnvloed op het gebied van zeer basale levensvaardigheden. Er is onderzoek dat suggereert dat dit nu al gebeurt bij generatie Z, de jonge volwassenen van vandaag… en dat het veelvuldige gebruik van schermen de dagelijkse communicatie beïnvloedt.
Aan de andere kant is er goed nieuws voor 60-plussers en 50-plussers: volgens onderzoek gepubliceerd in de Franse krant Ouest-France hebben mensen die in de jaren zestig en zeventig zijn geboren een reeks mentale vaardigheden ontwikkeld die volgens de psychologie tegenwoordig steeds schaarser worden.
De belangrijkste factor die aan deze ontwikkeling heeft bijgedragen, was de eenvoudigere, maar tegelijkertijd veeleisendere levensstijl waaraan deze mensen in voorgaande decennia onderworpen waren. Het ontbreken van schermen en de noodzaak om vanaf jonge leeftijd verantwoordelijkheden op zich te nemen, hebben in veel gevallen ook invloed. De studie heeft het onder andere over vaardigheden als geduld, zelfstandigheid en frustratietolerantie.
Sterke punten van 50-plussers
1.Geduld: Voor deze generatie was verveling als kind geen crisis. “Als er niets te doen was, ging je naar buiten, pakte je een boek of bedacht je ter plekke een spel”, legt cottonwoodpsychology uit. In het verleden duurde het langer voordat informatie werd verspreid. Dit leerde hen het belang van wachten, wat kan bijdragen aan betere besluitvorming en meer rust.
2.Frustratietolerantie. Eluxe Magazine meldt dat een van de eerste lessen die veel mensen die in de jaren 60 en 70 zijn geboren, hebben geleerd, is dat het leven niet eerlijk is. “Ouders versuikerden de dingen niet, leraren deelden geen trofeeën uit voor deelname…”. En dit, zo beweren sommige psychologen, deed kinderen begrijpen dat mislukking geen doodlopende weg was, maar deel uitmaakte van het leven.
3.Vermogen om emoties te reguleren: In veel gevallen werden bepaalde emoties naar de achtergrond verdrongen. De studie wijst erop dat een goede zelfbeheersing tijdens de kindertijd gepaard gaat met een groter welzijn en minder angst en stress tijdens de adolescentie.
4. Tevredenheid met wat men heeft: Mensen van deze generaties zijn opgegroeid met minder materiële bezittingen en minder verwachtingen van voortdurende verandering. De manier waarop zij zijn opgevoed leidt niet tot “onrealistische verwachtingen over hoe het leven zou moeten zijn”.
5. Tolerantie voor ongemak: Dit is een ander gevolg van het moeten wachten, in tegenstelling tot de huidige snelheid. Deze blootstelling aan ongemak bevorderde de ontwikkeling van emotionele flexibiliteit en veerkracht op de lange termijn.
6. Groter concentratievermogen: Urenlang lezen, brieven schrijven of complete muziekalbums beluisteren zijn voorbeelden van activiteiten die het concentratievermogen versterken, wat verschilt van het instantmodel dat bij de nieuwe generaties gangbaar is dankzij nieuwe technologieën, sociale netwerken en verschillende apps voor toegang tot content.
7. Directe conflictbeheersing: Hoewel een persoonlijk gesprek ongemakkelijke momenten kan opleveren, leert het je ook om lichaamstaal te interpreteren, actief te luisteren en je beter uit te drukken.
Ze herinneren er ook aan dat je niets moet idealiseren. De jaren 60 en 70 waren geen perfecte decennia, integendeel, ze waren vol onrechtvaardigheden en zeer moeilijke momenten (in Spanje moesten veel mensen op 14-jarige leeftijd onder moeilijke omstandigheden gaan werken om hun familie financieel te helpen) en je hoeft alleen maar naar de mensen te luisteren die deze periode hebben meegemaakt om dat te begrijpen.
