Bette 4

Het is al na middernacht als het kind, volgens de baakster een stevige, gezonde meid, eindelijk stevig ingepakt in de krib ligt.

Bette is doodmoe, Griet verklaart dat ze geen rug meer over heeft en Marinus vindt dat ze een borrel hebben verdiend. Hij haalt de fles jenever, die alleen bij speciale gelegenheden tevoorschijn komt, uit de kast.

‘Een jenever met suiker zeker,’ vraagt hij Griet. Deze knikt.

‘Klop er voor Bette maar een ei door, die kan wel iets versterkends gebruiken.’

Het wordt een korte nacht. Het nauwelijks licht als ze al weer opstaan. De baby moet gevoed, Marinus zal naar de familie om daar de heugelijke tijding te brengen. Daarna zijn de buren aan beurt. Trijnie, die zolang de baakster in huis is, met haar beide broertjes in de bedstee slaapt, is als eerste van de kinderen wakker.

‘Wat hebben we gekregen? Weer een zusje? Ik had het willen zien,’ moppert ze, ‘ik heb nog zo geprobeerd om niet in slaap te vallen.’

Griet zet haar meteen aan het werk. ‘Zo’n flinke meid kan al best wat doen in het huishouden,’ zegt ze, ‘je moet je moe de komende tijd maar goed helpen dan is ze vlug weer op de been.’

‘Moe, hoe heet ze?’

‘Ja, zie je, vaders kant is aan beurt om vernoemd te worden. Dus wordt het een Trijntje, net als jij.’

‘Oh nee! Moe, dat moet je niet doen. Dan zegt iedereen, grote Trijn en kleine Trijn, dat vind ik niks aardig.’

‘Dat zijn geen zaken waar kleine kinderen zich mee moeten bemoeien,’ de baakster kijkt Trijnie verwijtend aan.

‘Ze heeft gelijk, Griet,’ Bette hijst zich overeind, ‘ik vind dat ook niks.’

‘Je kunt haar natuurlijk ook gewoon zusse noemen, dat zou ik doen,’ meent Griet.

‘Geen zusse,’ zegt Bette gedecideerd, ‘Marinus en ik hebben afgesproken dat ze wordt aangegeven als Trijn en we noemen haar Niene.’

‘Niene, mmm ja, het klinkt wel groot voor zo’n wurm.’

‘Ik vind het een mooie naam moe,’ Trijnie kijkt tevreden. ‘Hoef ik vandaag niet naar school, dan zal ik buurvrouw Griet wijzen waar alles staat en zo.’

‘Jij gaat gewoon naar school. Het is al bijna zomer en dan ben je een paar maanden vrij.’

‘Zomer? Er zit amper blad aan de bomen.’

‘Je kunt al goed merken dat de dagen langer worden en moet je de vogels horen, het zou me niets verbazen wanneer ze al aan hun nest werkten.

Griet gaat intussen rustig haar gang. Ze knijpt even de neus dicht wanneer ze de deken in het ledikantje terugslaat. Een sterke ammoniak lucht verspreidt zich door de kamer.

‘Het wordt tijd dat jullie zindelijk worden,’ vermaant ze de kleintjes, ‘is me dat een stank. Trijnie, meisje zet even de deur op een kier dan komt er wat frisse lucht binnen.’

Trijnie kijkt naar Bette, die geeft haar een kort knikje. Het zal mijn eigengereide dochter niet meevallen om zich te schikken, denkt ze, maar och het is maar voor een dag of wat. Het komt wel goed.

De volgende dagen is het een komen en gaan van falimilie en buren die komen kraamschudden. Griet ziet er op toe, dat Bette ’s middags een paar uur rust neemt.

‘Profiteer er maar van,’ maant ze, ‘volgende week sta je er weer alleen voor.’

* Meer weten over kraamzorg rond 1900? Kijk dan eens op www.kraamzorgenzo.com

Roely

Graeg vernemen we jow reaksie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.